‘Waar wij allen vandaan komen’ (copyright Jasper Albinus, 2022) is onderdeel van een gezamenlijke performance met dichter Sayonara Stutgard tijdens de bijeenkomst waarbij burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht excuses aanbood voor het slavernijverleden van de stad op 23 februari 2022
vandaag spreekt men van excuses de geschiedenis omgedoopt tot een drielettergrepig woord als een brok in onze keel terugkeert naar de vraag hoe we ooit zijn begonnen met zwijgen in de statenkamer op het Janskerkhof werd vergaderd over maximale winst en wat dat ons zou kosten waarom Utrecht niet alleen de naam van een stad werd maar ook die van een mens wat zien we nu onze ogen dezelfde kant opkijken? welke verhalen vertellen we onszelf om te overleven? je betovergrootvader? hij had slechts aandelen ter waarde van soms wel zesduizend gulden mensenlevens omgerekend in dividend zoals vele stadsbestuurders hun zakken vulden zoals dat toen ging zoals Daniël Cornelis de Leeuw geld investeerde er plantages in Demerara en Essequibo mee oprichtte inkomsten familiebanden productieketens een bloedmooi hoekpand aan de nieuwegracht wie wonen daar? wat weten zij van de voormalige bewoners? bewindhebbers onderhandelaars wethouders investeerders hun nazaten en hoe het weer opnieuw en opnieuw en opnieuw als concubine op de plantages als matroos ambachtslieden er zijn talloze manieren waarop mensen hun naam verliezen welke verhalen vertellen we onszelf om te overleven? oh maar mijn overgrootmoeder? zij was een prinses uit de kraton bedreef de liefde met haar minnaar was van stand en droeg de mooiste sarong met patronen die ze doorgaf aan haar kinderen en kleinkinderen toch? soms vraag ik me af waarom er zo weinig over haar bekend is of zij niet minderjarig was toen ze het eiland verliet om nooit meer terug te keren in de archieven familielijnen die plotseling ophielden alsof vrouwen zoals zij niet bestonden vrouwen zoals zij die aan het kortste eind trokken onder het toezicht van de Nederlandse slavenhouder werden geboren, verscheept en verhandeld gedwongen kinderen als wees op de wereld te zetten zoals dat toen ging zoals een overgrootmoeder doorsijpelt naar haar kinderen en het reliëf van onze straten en gebouwen hoe het zich nestelt in de taal van onze lichamen tot ook ons denken tot ook Sibilla van Batavia tot we onszelf en elkaar opdelen tot de mensen daadwerkelijk leren geloven in een koloniaal sprookje maar zij bestonden ook voor de Engelsen en Portugezen zij bestonden in de tongval van hun voormoeders zij bestonden zelfs wanneer hun huid dat niet toeliet wisten op talloze manieren hun naam hun naam hun naam terug te roepen zij bestonden en bestaan in de voetsporen van nakomelingen die opnieuw en opnieuw hun strijd eren want ik herinner mij de schrijvers ik herinner mij de demonstraties ik herinner mij de families die stil bleven en de gemeenschappen die zich uitspraken vandaag een drielettergrepig woord een gebaar dat zich noch begin noch einde kan noemen maar een poging te omvatten wat zich onder het vernis van een stad bevindt over wie tot mens en wie tot machthebbende behoorde over waar wij allen vandaan komen
Jasper Albinus (1997) treedt regelmatig op als dichter en spoken word-artiest. Zijn dichtkunst en performance gebruikt hij als instrumenten om vraagstukken rondom identiteit, geschiedenis en politiek voelbaar te maken.