De Drie Moriaanshoofden

Beluister de route via de player, ingesproken door Denise Jannah.

Het huis aan Oudegracht 115 was vroeger bekend onder de naam ‘De Drie Moriaanshoofden’. Waarschijnlijk was dit een herberg of kroeg. ‘Moriaan’ of ‘moor’ was in de zestiende eeuw een verzamelnaam voor ‘gekleurden’ en ‘oosterlingen’. In de achttiende eeuw werd de naam ‘moor’ geleidelijk aan vervangen door ‘neger’. Die naam was afkomstig van het woord ‘negros’, dat ontleend was aan de Spaanse taal en zwart betekent. Maar men duidde er ook moslims en mensen uit Azië mee aan. In de loop der eeuwen is het woord ‘moor’ met wisselende betekenissen gebruikt. Soms duidde men er de huidskleur van een persoon mee aan, soms de religie en soms beide.

  • Gezicht op de voorgevels van enkele huizen en de bijbehorende werven aan de Oudegracht te Utrecht en in het midden de Drieharingsteeg. N.B. De huizen hebben sinds 1917 de nummers 121 (links, gedeeltelijk) – 115 (rechts). De straatnaam Drieharingsteeg is later gewijzigd in Drieharingstraat. Pen in grijspenseel in kleur (waterverf). Coll. Het Utrechts Archief.
  • Panoramafoto van de werf ter hoogte van Oudegracht 115. Net als destijds een horeca-gelegenheid.
  • Geveldetail van het huidige pand aan de Oudegracht 115, waarschijnlijk stammend van een verbouwing eerste kwart 20e eeuw.

Overigens suggereert de verwijzing naar ‘Moren’ niet noodzakelijk een verband met slavernij, dit beeld ontstond vooral onder de invloed van het streven naar afschaffing van de handel in slaven. Voor Europeanen had het exotische en vreemde van onbekende culturen een grote aantrekkingskracht. Het personage van de ‘moor’ kwam al voor in de Arthurverhalen: middeleeuwse, Keltische verhalen over koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel. Shakespeare koos de figuur van de ‘moor’ als hoofdpersoon voor het toneelstuk Othello, de Moor van Venetië uit 1603. De Nederlandse dichter en toneelschrijver Bredero (1585-1618) schreef in 1615 een blijspel getiteld Moortje.

In de notulen van het Utrechtse gemeentebestuur van 1858 staat dat de kroeg aan de Oudegracht 115 een banketbakkerszaak zal worden. Daartoe moet de pui worden veranderd en moet er een oven in het pand worden geplaatst. Zo zal het ‘geraas in de kroeg’ voorbij zijn. Dat dit gebeurde duidt waarschijnlijk op klachten uit de omgeving. In dit opzicht is er niets nieuws onder de zon. Waarschijnlijk trok de Oudegracht bewoners die steeds meer gesteld raakten op hun rust en die wisten wie ze moesten aanspreken om dit te bereiken. Het is ook rond deze tijd dat Anton Sinkel verderop langs de route zijn winkel opent. De Oudegracht veranderde van een centrum voor aan- en afvoer van handelsgoederen in een woonplek voor de rijkere burgerij.