Het huis van Jan Ackersdijck aan de Oudegracht 382 kan het hoofdkwartier worden genoemd van de Utrechtse abolitionistische beweging. Vanaf 1840 verzamelden zich daar iedere maandagavond de Utrechtse ‘slavenvrienden’ om te spreken over het thema slavernij. Tot deze groep behoorden onder meer Nicolaas Beets en Everard van Wijde van Dijkveld. Jan Ackersdijck zelf was een liberale hoogleraar staathuishoudkunde aan de Universiteit Utrecht. Als wetenschapper wilde hij bijdragen aan een betere manier om politiek en samenleving in te richten. Daarin paste volgens hem geen slavernij. Het belangrijkste wapenfeit van Jan Ackersdijck en zijn abolitionistische beweging was het produceren van een tijdschrift, Bijdragen tot de kennis der Nederlandsche en vreemde koloniën, bijzonder betrekkelijk de vrijlating der slaven. Met een oplage van 500 was dit, naar maatstaven van die tijd, een relatief groot succes. Zelf zou Ackersdijck het afschaffen van de slavernij in 1863 niet meer meemaken; hij overleed in 1861.