WIC

De West-Indische Compagnie (WIC) was net als de VOC een bedrijf of “multinational” met een corporatieve structuur, dat in de 17e en 18e eeuw het monopolie bezat op de handel en scheepvaart op West-Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. De WIC speelde zeker in haar beginjaren een belangrijke rol in de oorlog met Spanje. Toch kon de WIC – anders dan de VOC – niet zonder steun van de Staten-Generaal der Nederlanden militairen inzetten. De WIC kreeg gaandeweg steeds meer problemen haar vestigingen in Amerika te handhaven en werd in 1674 ontbonden. Het jaar daarop werd een nieuw bedrijf opgezet dat zich meer op handel richtte.

De Tweede WIC heeft zich vooral beziggehouden met de slavenhandel, al is het niet zo dat slavenhandel ook economisch gezien op de eerste plaats kwam. In geld uitgedrukt nam de goudhandel een veel belangrijker plaats in. Ruim 75% van de omzet betrof de handel in goud, gevolgd door de slavenhandel, welke een waarde van 13% vertegenwoordigde.

Toch vormde de slavenhandel, waarin de bewindhebbers een zeer groot deel van het bedrijfskapitaal hadden geïnvesteerd, de omvangrijkste scheepvaartactiviteit van de WIC.

In de periode 1674-1740 heeft de compagnie 383 schepen uitgerust. Van alle slavenreizen die zijn gemaakt, werden er 235 met eigen vaartuigen, 134 met gehuurde schepen en 14 met in beslag genomen smokkelschepen uitgevoerd. De schepen voeren van Afrika met slaven naar de Caraïben, waarna ze met een lading suiker, tabak en luxegoederen naar Holland voeren, waarna ze weer naar Afrika voeren met ijzer, wapens en alcohol als lading. De route – zoals op de afbeelding hierboven weergegeven – is bekend als de driehoeksvaart.

In de 18e eeuw verloor de WIC steeds meer omzet aan de Britten. Gaandeweg begon de handel in slaven minder winstgevend te worden en in 1792 werd ook de Tweede WIC opgeheven. Bron: Wikipedia

Meer informatie:

Wikipedia: West-Indische Compagnie